Doina IOANID est née le 24 décembre 1968 à Bucarest. Elle a enseigné le français à l’université de Braşov ; aujourd’hui elle travaille en tant que secrétaire de rédaction de l’hebdomadaire Observator Cultural. Elle a été membre du cénacle littéraire « Lettres » dirigé par Mircea Cărtărescu et a publié ses premiers textes dans des volumes collectifs issus de ce cénacle. Son œuvre littéraire consiste exclusivement de poèmes en prose, qui explorent l’individualité féminine. Salués par la critique, ses recueils ont régulièrement figuré parmi les meilleurs ouvrages dans les classements établis par les revues littéraires: La demoiselle de massepain en 2000 (couronné du prix Prima Verba), Il est temps que tu portes des boucles d’oreille en 2001, Le livre des ventres et de la solitude en 2003, Poèmes de passage en 2005 et Rythmes pour apprivoiser la hérissonne en 2010. Elle a également traduit en roumain plusieurs ouvrages de langue française, parmi lesquels Dix heures et demie du soir en été de Marguerite Duras. Depuis 2011 elle traduit aussi de la poésie néerlandophone en tandem avec Jan H. Mysjkin. En juin 2012, Doina Ioanid a représenté la Roumanie au festival Poetry Parnassus, qui a réuni 250 poètes du monde entier à l’occasion des Jeux Olympiques à Londres. En mars 2013 elle figurait parmi les 27 auteurs invités officiels dans le cadre de la Roumanie, pays à l’honneur au Salon du Livre à Paris. À l’occasion du Salon ont paru deux recueils en français : La demoiselle de massepain (aux éditions L’Atelier de l’agneau) et Rythmes pour apprivoiser la hérissonne (aux éditions L'Arbre à paroles), tous les deux traduits et préfacés par Jan H. Mysjkin. En 2014 ont paru Boucles d’oreille, ventres et solitude (aux éditions Cheyne), traduit et préfacé par le même traducteur.
Photo © Jan H. Mysjkin
Doina Ioanid werd op 24 december 1968 geboren te Boekarest. Ze doceerde Frans aan de universiteit van Braşov en is sinds 2005 als redactiesecretaresse verbonden aan het weekblad Observator Cultural. Ze was lid van de literaire kring ‘Letteren’, onder leiding van Mircea Cărtărescu, en publiceerde haar eerste teksten in collectieve uitgaven van de kring. Haar literaire werk bestaat uitsluitend uit prozagedichten die de vrouwelijke persoonlijkheid verkennen. Haar werk werd warm ontvangen door de kritiek en stond regelmatig in de literaire lijstjes van beste bundels van het jaar: Het juffertje van marsepein in 2000 (bekroond met de prijs Prima Verba), Het is de tijd om oorbellen te dragen in 2001, Het boek van de buiken en de eenzaamheid in 2003, Overgangsgedichten in 2005 en Ritmen om de vrouwtjesegel te temmen in 2010. Ze heeft eveneens verschillende Franse werken naar het Roemeens vertaald, zoals Om half elf op een zomeravond van Marguerite Duras. Sinds 2011 vertaalt ze in duo met Jan H. Mysjkin ook Nederlandstalige poëzie naar het Roemeens. Naar aanleiding van haar deelname aan Poetry International te Rotterdam verscheen in juni 2011 de bundel Het juffertje van marsepein (uitgeverij Douane, Rotterdam). In juni 2013 verscheen Oorbellen, buiken en eenzaamheid als eerste titel in de Sporenreeks van Perdu te Amsterdam. In september 2014 verscheen Ritmen om de vrouwtjesegel te temmen bij uitgeverij De Contrabas te Utrecht. Allee bundels werden ingeleid en vertaald door Jan H. Mysjkin. In juni 2012 vertegenwoordigde Doina Ioanid Roemenië op het Poetry Parnassus festival, dat naar aanleiding van de Olympische Spelen in Londen tweehonderdvijftig dichters uit de hele wereld samenbracht.
Photo © Jan H. Mysjkin