Tris dainas mokėjo motina,
Pirmoji buvo – apie sūnų.
Antroji buvo – apie sūnų.
Trečioji buvo – apie sūnų.
Pirmoj dainoj – sūnus išėjo.
Antroj dainoj jo grįžtant laukė.
O iš trečios – jai įkapes pasiuvo.
Traduction : Jo Govaers
La mère connaissait trois chansons.
La première parlait de son fils.
La deuxième parlait de son fils.
La troisième parlait de son fils.
Dans sa première chanson le fils partait.
Dans sa deuxième chanson le fils allait revenir.
De sa troisième chanson on tissa son linceul.
Vertaling: Jo Govaers
Drie liederen kende de moeder.
Het eerste ging over haar zoon.
Het tweede ging over haar zoon.
Het derde ging over haar zoon.
In het eerste lied vertrok de zoon.
In het tweede lied wachtte ze op zijn terugkomst.
En uit het derde werd haar doodskleed genaaid.