‘s Avonds zegt een natuurkundige op televisie
dat het ook mogelijk is dat het heelal op een dag
niet langer zal groeien, maar langzaam, sneller
dan het licht, ineen zal klappen. In dat geval
zouden er na ons nog triljoenen heelallen
kunnen ontstaan en hangen we nu slechts
onder aan een stamboom van universa. Stel je voor
dat je jezelf enkel voort kunt planten
door niet meer te bestaan.
’s Ochtends, wanneer ik bij de start
van een dag zie hoe ik opnieuw ben gaan
ademhalen, vergelijk ik dit heen en weer
gegooi van sterren met mijn op en neer
gaande borsten, met de antenne van
een radio, die je doelloos in en uit
kunt blijven schuiven en vervolgens,
vooralsnog mijn meest geslaagde poging,
met een zeeanemoon.
Uit Wat ik mijzelf graag voorhoud
© copyright 2010
Le soir, à la télévision, un physicien a dit
qu’il se peut qu’un beau jour l’univers
cesse son expansion mais se mette à imploser
lentement, plus vite que la lumière. Dans ce cas
des milliards d’univers pourraient encore
apparaître après nous, donc, en ce moment,
nous ne serions que suspendus aux branches basses
de l’arbre généalogique de tous les univers.
Rendez-vous compte :
vous ne pourriez vous reproduire
qu’en cessant d’exister.
Le matin, quand je vois que je commence la journée
en me remettant à respirer,
je compare ce va-et-vient d’étoiles projetées
à mes seins qui montent et descendent,
à l’antenne d’une radio qu’on peut
négligemment sortir et rentrer sans arrêt
et ensuite – et c’est ma tentative
la plus réussie jusqu’ici –
à une anémone de mer.
De Wat ik mijzelf graag voorhoud (Ce que j’aime imaginer)
© copyright 2010 Lieke Marsman, Amsterdam
Traduction : Alain Van Crugten